W.B. van Goor, Soerabaja, 1928

Soerabaja zou Soerabaja niet geweest zijn, zonder Tandjoeng Perak. En Tandjoeng Perak zou Tandjoeng Perak niet geweest zijn, zonder ingenieur Willem Bernard van Goor. Zó luidden samengevat de toespraken die werden gehouden bij de onthulling van het monument Van Goor, in de vroege morgen van 6 april 1928, in de haven van Soerabaja. Tegen deze redenering was weinig in brengen.

De snel groeiende economie van Soerabaja was aan het eind van de 19e eeuw voor een groot gedeelte afhankelijk van de havencapaciteit. Het achterland met zijn suiker-, koffie- en rubberfabrieken vroeg om een goede afvoer, een afvoer die niet kon worden gewaarborgd met het bestaande prauwenvervoer dat gebaseerd was op overslag buitengaats. Toch waren de conservatieve stadsbestuurders huiverig voor de enorme investeringen die een grotere aanpak vereiste.

Tandjoeng Perak, vóór de uitbreiding

Het was tegen deze achtergrond dat de waterstaatsingenieur Van Goor achter zijn tekentafel ging zitten en een grote buitenhaven bedacht, met een pier die ver de zee in strekte en grote schepen in staat stelde aan te meren. “Te groot, te duur, te gewaagd”, vond het bestuur. Toch werd een compromis gevonden door het plan van Van Goor nog eens voor te leggen aan een commissie van gerenommeerde ingenieurs in het vaderland. Deze zou het plan ongetwijfeld torpederen. Dít nu, tot verrassing van de heren, gebeurde echter niet. De Commissie Kraus en De Iongh onderschreef de uitgangspunten van Van Goor, en stuurde diens voorstel in enigszins gewijzigde vorm terug naar Soerabaja. De argumenten voor een aangepaste prauwenhaven verloren hun glans, en de voorbereidingen voor de aanleg van een echte zeehaven konden beginnen. Van Goor, inmiddels benoemd tot directeur Burgerlijk Openbare Werken, ging met pensioen juist toe de eerste schop de grond in ging. 

Perak, ná de uitbreiding

Na een tiental jaren in Nederland te hebben gewoond, keerde Van Goor in 1921 terug naar Soerabaja. Het moet hem goed hebben gedaan de vruchten van zijn werk te kunnen hebben aanschouwen. De haven van Soerabaja was inmiddels een échte haven geworden. Naast het uitgebreide marinebassin was aan de Westkant een grote goederenhaven aangelegd. De economische groei had de ruimte gekregen die het verdiende. Tandjoeng Perak was inmiddels een begrip geworden.

Van Goor overleed in 1926. Een kleine twee jaar later werd in het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (K.I.v.I.) het plan geopperd om aan het einde van de Noordpier ´een eenvoudig monument’ op te richten: een in een nis aangebrachte drinkfontein met een gedenksteen.

Op 6 april 1928 was het dan zo ver. De Indische Courant schreef: “Behalve vertegenwoordigers van het Binnenlands Bestuur, de gemeente, de havendirectie en de handel van Soerabaja, merkten we verschillende ingenieurs op. Te 9.30 uur werd van de verzamelplaats, het havendirectiekantoor, naar het Van Goorplein gewandeld.

De heer ir. S. Snuyf, voorzitter van Kring IV van het K.I.v.I. en ontwerper van het monument, opende de plechtigheid: “Toen in Januari 1926 Van Goor te Soerabaja overleed, was bijna niemand van zijn collega’s hiervan op de hoogte en is deze omstandigheid de reden, dat aan zijn verscheiden geen aandacht werd besteed. Toen het bericht tot de leden van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs was doorgedrongen, werd gevoeld, dat het gepast was de nagedachtenis van de bekwame collega te eren en werd gezocht naar een middel om hem in de gedachten van het nageslacht te doen voortleven. Het aanvankelijk voorstel om een plein of straat op het haventerrein naar hem te noemen, viel in goede aarde bij de voorzitter van het Instituut en bij de toenmalige directeur der B.O.W.. Was hiermede eigenlijk het doel bereikt, toch werd beseft, dat hiermede niet voldoende naar voren werd gebracht de betekenis van de naam Van Goor voor Indië’s eerste koopstad. Toen werd het plan uitgewerkt voor het monument, dat we straks zullen onthullen. Door verschillende omstandigheden verliep er geruime tijd, voordat tot uitvoering ervan kon worden overgegaan en is het aan de medewerking van de havendirectie, in het bijzonder van de uitvoerder van het gedenkteken, de ingenieur der haven ir. R. van Yperen, te danken, dat de verwezenlijking thans reeds is bereikt.”

Het monument van Van Goor

De ontvanger van het monument, ir. Wouter Cool, , voorzitter van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs, memoreerde hierop dat slechts weinig ingenieurs een monument hadden gekregen. Als voorbeeld herinnerde hij zich slechts de monumenten van De Lesseps te Port Saïd en Pieter Caland (ontwerper van de Nieuwe Waterweg – KM) te Rotterdam. “Maar dat is ook niet nodig, daar vele ingenieurs door hun werken zich zelven monumenten scheppen. Toch geeft het voldoening thans een collega te zien eren en het was met weemoed, dat wij hedenmorgen aan zijn graf hebben gestaan om hem een bloemengroet te brengen van u allen.”

Na toespraken van de vice-voorzitter van de handelsvereniging en de assistent-resident was het de beurt aan Dijkerman, de burgemeester van de stad: “Wanneer wij een ingenieurswerk bekijken als de bouw van onze haven en er zeker van zijn, dat dit werk kan worden beschouwd als de oplossing van de in de laatste jaren der vorige eeuw ondervonden vele en grote moeilijkheden, dan moeten wij tot de conclusie komen, dat dit werk het resultaat moet zijn geweest van het denken van iemand van geniale aanleg. Wanneer wij thans het woelige bedrijfsleven in onze haven gadeslaan, dan bewonderen wij het genie van Van Goor, dat naar voren kwam, toen praktisch niemand er meer aan twijfelde, of Soerabaja zou spoedig met een prauwenhaven worden gezegend. Het is dan ook een daad van piëteit, dat wij thans in hem de bekwamen technicus eren, en wij verheugen er ons over, dat door het monument ook voor het nageslacht de naam van Van Goor niet zal verloren gaan.”

De havendirecteur besloot de rij sprekers, onder toezegging dat het monument goed zou worden onderhouden.

Over het monument zélf schreef de Indische Courant nog:  “Het monument bestaat uit een drinkfontein, geplaatst op een kleine verhoging in een poort, welke is opgetrokken van kalisteen metsel werk. In de betonnen latei (draagbalk – KM) boven de poort bevindt zich een hardstenen plaat, waarin gebeiteld staat: ‘Ir. W. B. van Goor-plein, genoemd naar hem, die den grooten stoot gaf tot den bouw van deze haven.’ Om het monument, dat 3.10 M. hoog is, bevindt zich een klein plantsoen. ”

x

Technische gegevens
Monument: drinkfontein Willem Bernard van Goor
Locatie: Noordpier, Soerabaja, nabij Havenkantoor.
Onthulling: 6 april 1928
Opdrachtgever: Koninklijk Instituut van Ingenieurs (K.I.v.I.)
Ontwerp: ir. S. Snuyf
Uitvoering: ir. R. van Yperen
Duur: Onbekend

 

Bronnen
Indische Courant, 26 maart, 7 en10 april 1928
De ingenieur, Orgaan van het Kon. Instituut van Ingenieurs- van de vereniging van Delftsche Ingenieurs jrg. 44, 1929, no 7, 16-02-1929.

 

Het monument van Van Goor
Lokatie monument Van Goor: groene stip in het midden

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s