Minahassa-verdrag, Menado, 1929

De speciale band tussen Nederland en het noordelijkste gedeelte van Celebes, de Minahassa, gaat terug tot 1679. De lokale bevolking leed onder de bemoeizucht van de Spanjaarden en Portugezen, en was betrokken in een regionale stammenstrijd. De bewindvoerders van Menado zond bodes uit naar Ternate om de Nederlanders van de VOC om hulp te vragen. De Nederlandse gezant Padtbrugge ondertekende op 10 januari 1679 een verdrag met de Minahassers: handel in ruil voor bescherming. Het verdrag betekende het begin van bijna 300 jaar Nederlands gezag in de Minahassa.
In 1929, 250 jaar na de ondertekening, werd geijverd voor een fysiek gedenkteken…

Het monument, waarschijnlijk nog tijdens de bouwfase. Het parkje moest hier nog worden aangelegd. [KITLV]
Het Nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië, van 15 september 1928: “Onder de Minahassers te Soerabaja bestaan plannen om de 250ste verjaardag te herdenken der ondertekening van het eerste contract, dat gesloten werd tussen de Verenigde Oost-Indische Compagnie en de ‘dorpshoofden en ganse gemeente van de streek Menado’. Voor de herdenking van deze gebeurtenis werd in Menado reeds een comité opgericht, dat gelden inzamelt voor het oprichten van een gedenkteken.
Op de 10de Januari 1929 zal het 250 jaar geleden zijn, dat bedoeld contract werd gesloten door de Gouverneur der Molukken, Robertus Padtbrugge, namens de Gouverneur-generaal Rijckloff van Goens.”

De Sumatra Post schreef over de viering:

“Het 250-jarig bestaan van het eerste contract tusschen de Oost Indisch Compagnie en de Minahassa is gisteren alhier gevierd. Alle gouvernementskantoren, handelshuizen en scholen waren gesloten. De gehele stad vlagde, terwijl op het terrein voor de benteng een 1O-meter hoog gedenkteken was opgericht, hetgeen ’s morgens onthuld en aan de regering aangeboden is als een herinneringaan dezen historische feestdag. De aanbieding geschiedde door een deputatie uit het Minahassische volk bestaande uit 54 personen.

En het Soerabaijasch Handelsblad:

“Hedenmorgen, 10 januari, had ondanks het druilig weer, afgewisseld door regen, onder enorme belangstelling van de bevolking, autoriteiten, chefs van handelshuizen en dames, de onthulling plaats van het gedenkteken, gebouwd van gelden, verzameld onder de bevolking, bestaande uit een eenvoudige gedenknaald op een vierkantig terras, gehouden in moderne bouwstijl, met een opschrift, dat als volgt begint: ‘Ter gedachtenis aan het verbond, dat 250 jaren geleden in de burcht Amsterdam te Menado is aangegaan tusschen Robertus Padtbrugge, vertegenwoordiger der Ned. Oost.-lnd. Compagnie, en vertegenwoordigers van de Minahassa, met name Pacat Soepit en Pedro Kanty, is dit gedenkteeken opgericht door de Minahassische bevolking’, en eindigt: ‘Het gedenkteeken is gebouwd door de Minahassers en overgedragen aan de Indische regeering.’

Het monument en park zoals het er uiteindelijk uitzag. [KITLV]
De plechtigheid droeg een godsdienstig karakter; achtereenvolgens werd het woord gevoerd door de leider der deputatie van het Minahassische volk, die het gedenkteken onthulde, een Minahassisch geestelijke, die zijn rede beëindigde met een gebed, de predikant, die eveneens zijn rede besloot met een gebed, en de prefect, die een bloemenhulde aan het monument bracht. Vervolgens sprak nog een Mohammedaanse Minahasser, die eveneens zijn rede besloot met een gebed.
De Resident verzocht in zijn antwoord deze dag in het vervolg te beschouwen als een nationale feestdag. Hij memoreerde de trouw en verknochtheid van het Minahassische volk aan Nederland en las telegrammen van gelukwensen voor van de Gouverneur Generaal, de consul-generaal van Duitsland en het Minahassisch feestcomité te Soerabaja. De plechtigheid werd opgeluisterd door twee muziekkorpsen, twee tjakalele-korpsen uit Bantik en Tomohon, zangkoren en een schitterend bereden corps huzaren van Tonsea, terwijl ook alle padvinders aanwezig waren. Het enthousiasme was groot, ondanks de regen. Het hoofdcomité verzond een telegram aan H. M. de Koningin, waarvan het begin luidt: ‘Als teken van hulde en trouw aan Nederland en het Vorstenhuis heeft het Minahassische volk heden overgedragen aan de Indische regering een gedenkteken ter gedachtenis aan het sluiten van het verbond, 250 jaren geleden, en het zegt eerbiedig dank voor de diepgevoelde hulde, betuigd aan Soepit, een zijner voorvaderen en mede-ondertekenaar van gezegd verbond, door de bouw van diens grafmonument op kosten der regering.’
Vanmiddag heeft de overgave van het Soepit-monument plaats.”

De zuil was dus een geschenk van het Minahassische volk aan de Nederlanders. In ruil hiervoor schonken de Nederlanders aan de Minahassers een nieuwe ombouw voor een bestaand grafmonument in het nabijgelegen Woloan voor Soepit, één van de bodes die in Ternate hulp was komen vragen.

Het grafmonument van Supit, voor de protestantse kerk. De inscriptie luidt: ‘Inilah Coubur: Der. Hocor Majo.r.Soupit:Ter: D:B:M:S: 1738‘. [KITLV]
“De plechtige overdracht heeft plaats gehad van het grafmonument van Soepit, door de Regering aan de bevolking. Soepit was een van de vier Minahassers, die in 1654 met een prauw naar Ternate kwam om aan de gouverneur der Molukken, Simon Cos om hulp te vragen tegen de Spaanse plagerijen. Het graf is inde negorij Woloan gelegen.

De gehele weg was versierd met erebogen en vlaggen. Alle ambtenaren, talrijke particulieren, oud-militairen, de Minahassaraad, de gemeenteraad, protestantse en katholieke zangkoren, waren aanwezig. De resident werd ontvangen door het hoofdcomité. De muziek speelde het Wilhelmus, waarna een toespraak in het Maleis werd gehouden tot de deputatie, waarbij de hechtheid van de band gememoreerd werd, welke de Minahassa aan Nederland bindt. Hierna werd het grafmonument aan het volk overgedragen. De leider van de deputatie, Mogot, aanvaardde het monument en sprak een woord van dank, waarop een vuurpeloton van de gewapende politie een salvo loste. Hierna werd een Alfoerse lofzang gezongen. Het onderdistrictshoofd van Waworoento legde een krans neer namens het district Manado. Vervolgens had de bezichtiging van het monument plaats, terwijl allen het Minahassische volkslied aanhieven. ’s Avonds had een geanimeerd bal plaats en was er groot vuurwerk op het raceterrein, dat door duizenden werd bijgewoond. De pret duurde tot het ochtendgloren.”

De Nederlandse zuil heeft de oorlogsjaren niet overleefd. Het praalgraf van Soepit daarentegen wél, zij het dat de Nederlandse ombouw is verdwenen.

x
Technische gegevens
Monument: gedenkteken 250-jarig verdrag Minahassa met Nederlandse overheid
Locatie:  Kemaweg, Menado
Onthulling: 1929
Opdrachtgever: Minahassisch comité (inlands)
Ontwerp: onbekend
Uitvoering: onbekend
Duur: het monument is vernietigd tijdens de periode 1942-1950.

x
Bronnen
Nieuws van den dag voor N-I, 15 september 1928
Soerabaijasch Handelsblad, 10 januari 1929
Sumatra Post, 11 januari 1929
Bataviaasch Nieuwsblad, 12 januari 1929
http://adrianuskojongian.blogspot.com.es/2013/04/kisah-supit-lontoh-dan-paat.html
http://adrianuskojongian.blogspot.com.es/2013/04/kisah-supit-lontoh-dan-paat-2.html
http://adrianuskojongian.blogspot.com.es/2013/04/kisah-supit-lontoh-dan-paat-3.html

Gouverneur-generaal B.C. de Jonge bezoekt Menado eind september 1934 en legt een krans bij het monument.jpg [KITLV]

Kaart van Menado en omgeving

Één reactie Voeg uw reactie toe

Plaats een reactie