In 1991 publiceerde Mia Koning-van der Veen haar herinneringen over Sabang, de plaats waar zij van 1922 tot 1930 had gewoond en haar jeugd had doorgebracht. “Dromen over Sabang” is een bijzonder boek, want het enige dat een uitgebreide omschrijving geeft van de sociale samenleving in deze belangrijke havenplaats op de route Nederland-Batavia.
Over de maatschappij die Sabang runde: de ‘ NV Zeehaven en Kolenstation Sabang’, afgekort de ‘Sabang Mij.’:
“In 1899 werd de NV Zeehaven en Kolenstation Sabang opgericht, welk vennootschap, na een gesloten overeenkomst met het gouvernement, de exploitatie van de haven op zich nam. Het werd een bloeiend bedrijf dat in Sabang de kolenhandel, het dok- en reparatiebedrijf, de machinefabriek en constructiewerkplaats, de scheepswerf, de zoetwaterlevering en de havendiensten in handen had. De Sabang Mij. was daardoor veruit de grootste werkgever op het eiland.”

En passant vermeldt zij ook een monument, opgericht ter ere van het 25-jarig bestaan van de Sabang Mij:
“Van Toko Alberti aan de Pasarstraat ging de weg langzaam glooiend naar boven. (…) De weg nam dan een bocht naar links om een parkachtig terrein heen. Hier stond een gedenkteken uit steen opgemetseld met twee witgeschilderde banken erin en twee jaartallen, nl. 1899 – 1924. Deze banken waren hier neergezet ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de Sabang Mij.”
Van het hier genoemde jubileum meldde het Bataviaasch Nieuwsblad:
“De feestelijkheden ter gelegenheid van het 25 jarig jubileum der Sabang Mij. begonnen met een toneelvoorstelling op 3 Januari. Den 4de Januari arriveerde de gouverneur van Atjeh, de heer Hens, de gewestelijk militaire commandant, kolonel Mazee en verscheidene autoriteiten van Koetaradja met hunne dames. ’s Morgens vroeg werd de reveille geblazen door het bataljons-muziekkorps van Koetaradja. Om acht uur bad de plechtige opening plaats van de nieuwe parkaanleg en de onthulling van de Van Oosterzee-bank, welke gebouwd is ter ere van de nagedachtenis van de stichter der Sabang Mij. De plechtigheid geschiedde in tegenwoordigheid van alle autoriteiten en ingezetenen en van de zoon van wijlen de heer Van Oosterzee, die uit Batavia overgekomen was. In de onthullingsrede releveerde de hoofdadministrateur der Sabang Mij. de verdiensten van wijlen den heer Van Oosterzee, welke rede door den heer Van Oosterzee junior beantwoord werd. Daarna werden in tegenwoordigheid van de officiële personen de inlandse volksspelen geopend met toespraken van het Inlandse personeel. Om elf uur volgde een grote officiële receptie ter huize van den hoofdadministrateur.”
Volgde een uitgebreide beschrijving van de overige feestelijkheden.
x
Bronnen
Mia Koning-van der Veen, Dromen over Sabang, Avanti, Zaltbommel, 1991.
M.G. de Boer, Zeehaven en kolenstation Sabang/Amsterdam, 1899-1924. Amsterdam, 1924.
Bataviaasch Nieuwsblad, 5 januari 1924
Java Bode, 28 december 1897

De overgrootvader van mijn Opa was de oprichter hiervan. Mijn vader is naar hem vernoemt, dus J.M.H. van Oosterzee. Ik ben de laatste nazaat .
LikeLike