Kapitein Van Ingen, Nanggoelan, 1829

In het Indisch Militair Tijdschrift van 1 juli 1941, onder de titel ‘Grafmonument van kapitein van Ingen te Nanggoelan’, lezen we:

“Te Nangoellan, vrijwel pal west van Djokjakarta op de rechteroever van de Kali Progo, bevindt zich het graf van kapitein Van Ingen. Het grafmonument draagt het volgende opschrift:

Hier onder rust Jonkheer Hermanus Folkert van Ingen
Ridder der militaire Willems Orde
Kapitein der Infanterie
Hij verloor zijn dierbaar leven in een gevecht tegen de muitelingen
op 28 december 1828 te Nanggoelan,
met 31 zijner brave ondergeschikten.

Zoals uit deze inscriptie blijkt, is kapitein Van Ingen gesneuveld tijdens de Java Oorlog. De 4e colonne, waarbij kapitein Van Ingen eind 1828 was ingedeeld, ageerde onder commando van majoor Bauer tegen Pangeran Bey. Deze hield zich meestal op de linkeroever van de Progo op, doch vertoonde zich in november aan de andere zijde van de rivier, waar hij te Djatingaran een versterkt bivak had laten aanleggen. 

De 20ste november wist majoor Bauer hem een gevoelige slag toe te brengen door dit bivak van verschillende zijden aan te vallen en de bezetting te verjagen. Pangeran Bey slaagde er ternauwernood in, over de Progo te ontkomen.

Nanggoelan, w. van Djokjakarta

Na deze strijd, waarin aan onze zijde kapitein Van Ingen zich bijzonder onderscheidde, trok de colonne Bauer terug op haar benteng te Gedonnong. Op 12 december kreeg zij van de opperbevelhebber opdracht, in Nanggoelan een versterking op te richten omdat deze plaats een betere gelegenheid schonk, ´s vijands herhaaldelijk verwoeste, doch even zovele malen weder herstelde verblijfplaats te Djatingaran in bezwang te houden. Bovendien lag Nanggoelan aan het eindpunt van de weg, die over het Kilirgebergte van de Progo liep naar de Bogowonto. De verplaatsing van de colonne was tenslotte mogelijk doordat de rust in de omgeving van Gedonnong was teruggekeerd.
De opdracht werd onverwijld uitgevoerd en aanvankelijk scheen het – onder meer doordat de bevolking tussen de plaatsen van de oude en de nieuwe benteng haar onderwerping aanbood – dat de bouw van de versterking ongestoord zou kunnen verlopen. Alras bleek echter dat zulks niet het geval zou zijn; Sentot zelf mengde zich in de zaak. Reeds de 19e verscheen hij met enige honderden pradjoerits in het gezicht van de vestiging; blijkbaar voor het uitvoeren van verkenningen, want de verwachte aanval bleef uit.

De 20ste december kwam het evenwel tot een gevecht dat onzerzijds werd geleid door kapitein Van Ingen, daar majoor Bauer ongesteld was. ´s Vijands macht was vrij aanzenlijk en bestond uit zijn beste soldaten. Majoor Bauer noemt ‘1200 man welgeklede en gewapende reguliere troepen’, waarbij zich dan nog vele desalieden hadden aangesloten, behalve door Sentot, geleid door verscheidene pangerans, de beste aanvoerders. De aanval werd niettemin afgeslagen, hij kostte ons 6 gewonden, der tegenpartij een 20 doden en gewonden.

Hieruit en uit spionnenberichten viel al wel op te maken, dat dit niet het eind van de strijd zou zijn. Gemeld werd, dat Diponegoro zelf een aanval met sterkere krachten zou leiden.
Deze berichten bleken een week later maar al te juist te zijn. In de morgen van 28 december 1828 kwam de vijand met een geduchte macht opzetten, die – aldus majoor Bauers rapport – ‘alvorens zich te verdelen, verscheidene bewegingen maakte; een gedeelte trok noordwaarts, een ander bleef bij de desa Toeroes, terwijlde grootste macht oostwaarts trok’.
Majoor Bauer zond kapitein Van Ingen, die goed bekend was met het terrein bezuiden Nanggoelan-ketjil, ‘derwaarts met de flankeurs van de 19e Afdeling, de Madoerezen, de Menadonezen, Javanen en cavalerie, een der beide stukken en een handmortier’.

‘Zonder van de kapitein iets te vernemen, hoorde ik ineens een sterk vuur. Ik haastte mij daar naar toe en zag ongelukkig al spoedig de infanterie, cavalerie en barisans, alles door elkaar, met achterlating van het stuk in de grootste verrassing terugkomen.’
Majoor Bauer wist de terugvloeiende troepen tot staan te brengen, de vijand terug te drijven en het stuk te hernemen. Toen bleek dat kapitein Van Ingen ‘met te veel drift’ enige honderden vijanden had aangevallen, verslagen en vervolgd. Te laat had hij de troepen ontwaard, die uit het oosten op hem aanrukten. ‘Toen hij terug wilde komen ontstond er een verwarring, waarvan de vijand al spoedig gebruik wist te maken en de onzen in een complete déroute te brengen.’
Onze troepen verloren 32 doden, 12 meest zwaar gewonden en twe vermisten; de Barisan de Pangeran Prangwedono, een toemenggoeng, vier doden en een gewonde. Doch ook de verliezen van de vijand, wiens geregelde, meest met lansen bewapende troepen ongeveer 1500 man sterk moeten zijn geweest, waren zwaar.”

Grafmonument Van Ingen

De oorzaak van het conflict

Aldus het IMT. Het moge duidelijk zijn dat het tijdschrift meer begaan was met het lot van de overledene Van Ingen, dan met de ‘muitelingen’. De aard van de opstand komt in deze tekst dan ook niet aan bod. Over de Java Oorlog lezen we op de website van het Rijksmuseum:

‘Landbouwpolitiek leidde tot verstoorde relaties tussen het Nederlandse gouvernement en de inlandse Javaanse vorsten en boeren. Onder aanvoering van de Javaanse prins Diponegoro groeide dit in 1825 uit tot een grootschalig georganiseerde gewapende opstand. Directe aanleiding voor Diponegoro´s betrokkenheid was de aanleg van een weg over het graf van zijn voorouders, maar de werkelijke oorzaken van het conflict lagen in de algemene ontevredenheid onder de Javaanse bevolking met het Nederlandse bestuur. De opstand werd gesteund door een deel van de boerenbevolking en hoge adel, maar dankzij een grotere vuurkracht won het Nederlandse koloniale leger alle veldslagen. De guerrillaoorlog bleef echter voortduren totdat Diponegoro in 1830 de strijd opgaf. Tegen de afspraken in werd de Javaanse prins gevangengenomen en in 1855 is hij in ballingschap overleden. De Java oorlog heeft het leven gekost aan 15 duizend Nederlandse militairen en 200 duizend Javanen.’

Van het feit dat de Nederlanders ‘alle veldslagen’ won ten koste van enorme verliezen, is dit eenzame grafmonument van Van Ingen dus getuige.
We mogen overigens veronderstellen dat het in de jaren ’50 is gesloopt. Nóg meer bijzonder is het, dat het meer dan een eeuw ongeschonden is gebleven.
x
x
Bronnen
Indisch Militair Tijdschrift,1 juli 1941
www.rijksmuseum.nl
Foto grafmonument: IMT
Foto schilderij ‘De onderwerping van Diepo Negoro aan luitenant-generaal baron de Kock’, van Nicolaas Pieneman, ca. 1830 – ca. 1835: Rijksmuseum

Plaats een reactie