Evenals het monument in Lampoelie, houdt het grafmonument in Kampong Djawa bij Koetaradja verband met de strijd in het kader van de Atjeh-oorlog (1873-1914). Tijdens de Tweede Expeditie naar Atjeh veroverde generaal J. van Swieten in 1874 de kraton in Koetaradja op de Atjehers. Voorafgaande aan deze aanval werden echter eerst enkele nabijgelegen versterkingen van de Atjehers aangevallen, zoals die van de missigit (moskee) in Kota Djawa: “Nadat onze legerplaats te Penajong behoorlijk versterkt en door een vaste brug met de, aan den anderen oever van de Atjehrivier gelegen kampong Djawa verbonden was, van waaruit een gemeenschapsweg voerde naar de door ons veroverde Missigit, besloot de generaal van Swieten uit deze stelling ’s vijands hoofdversterking, des sultans kraton, aan te tasten.”
Enkele jaren later, rond 1880, werd door KNIL-officier O.G.H. Heldring enkele tekeningen en aquarellen van beide monumenten gemaakt. Afbeeldingen daarvan worden thans bewaard door het KITLV.
“Er zullen misschien heel weinig Europese inwoners van Koeta-Radja zijn, die een wandeling gemaakt hebben naar de beide monumenten welke zich bevinden aan weerszijden van de Atjehrivier; ja, aan weinigen zelfs zal het bestaan van deze eenvoudige herinneringen aan onze dapperen bekend zijn. Voor enige tijd zou een wandeling daarheen ook wel enige desillusie gegeven hebben, gezien de verwaarloosde toestand, waarin zij zich bevonden Op initiatief van de Majoor der Infanterie A.J.C Bannink werden deze door twee compagnieën van het 2de garnizoens bataljon met behulp van de genie geheel gerestaureerd en hedenmorgen werd op uitnodiging van Majoor Bannink een excursie van de officieren van het garnizoen naar deze beide plaatsen gemaakt.
Het eerst kwam aan de beurt het ‘monument opgericht ter nagedachtenis aan tien gevallen krijgers ter gelegenheid van de verovering van de Messigit in 1874’, gelegen ten Westen van de Kroeëng Atjeh in kampong Djawa. In een korte kernachtige rede schilderde majoor Bannink het optrekken van onze troepen na het overtrekken van de Atjehrivier naar de Messigit (…). Als gedenkteken op het graf der 10 gevallen strijders, later meer als nagedachtenis aan allen, die in deze zware strijd hun leven lieten, werd dit eenvoudig teken opgericht. Op verzoek van majoor Bannink werd door de commandant der 4e compagnie onder plechtige stilte een krans gelegd aan de voet van het gedenkteken als stille hulde aan de gevallen makkers. (…)
Goed werk werd hier verricht door deze gedenktekens aan de vergetelheid te ontrukken; moge dit een opwekking zijn voor velen om eens op een vrije ochtend een tochtje te maken naar deze herinneringen aan de eerste moeilijke dagen van de vestiging van ons gezag op Atjeh.”
Van het monument in Kampong Djawa is – in tegenstelling tot dat in Lampoelie – geen fotografische afbeelding bekend. We weten dus dat het monument in 1923 werd gerestaureerd. Aangenomen moet worden dat het tijdens de oorlogsjaren verloren is gegaan.
Bronnen
Soerabaijasch Handelsblad, 10 juli 1889
Sumatra Post, 14 augustus 1923






