In de collectie van het KITLV bevindt zich een aquarel, gemaakt door een zekere O.G.H. Heldring, van rond 1880. Het is de afbeelding van een eenvoudige herdenkingszuil “in de kampong Lampoelie, bivakplaats in 1874 en 1875, voorbij Penajoeng”. Het monument draagt het opschrift “Ter nagedachtenis onzer wapenbroeders, December 1874 – April 1875”. Waar ligt Lampoelie? En naar welke gebeurtenis wordt hier verwezen?

Enig speuren brengt ons naar Noord-Sumatra en de hier gevoerde Atjeh-oorlog (1873-1914). Tijdens de Tweede Expeditie naar Atjeh had generaal J. van Swieten in Koetaradja de kraton veroverd op de Atjehers. Hij beschouwde de strijd gestreden en vertrok in april 1874 naar Batavia. Zijn opvolger, generaal J.L.J.H. Pel, kreeg als opdracht de vesting Koetaradja zonder grote militaire acties te beheren. Al snel bleek dit onmogelijk, daar de Atjehers zich in het geheel niet verslagen achtten.
Rond de jaarwisseling 1874/1875 werden door Pel versterkingen aangebracht en werden de omliggende kampongs gebombardeerd. Tijdens de volgende schermutselingen, en mede door toedoen van uitgebroken ziekten, verloor Pel vele honderden van zijn manschappen. “Alleen al in de ambulances stierven in de maand februari 1875 500 man, gemiddeld 15 tot 20 per dag. In de maand april werd de versterkte kampong Lohong, een zeer belangrijk punt, bij verrassing genomen en in mei werd eindelijk de aansluiting tussen de verschillende posten verkregen, bestond er nu een aaneengeschakelde linie, was Koetaradja aan de zuid- en oostzijde volkomen gedekt en vormde nu een doelmatige centraalstelling. Nu dit hoofddoel bereikt was en de hoofdpost sterkte, veiligheid en een verzekerd contact met de rede verkregen had, konden de operaties tegen de vijand uitgesteld worden tot latere tijd. Pel verkreeg een verlof van drie maanden naar Buitenzorg trad op 12 juni 1875 tijdelijk als bevelhebber af.”

Penajoeng was één van de vooruitgeschoven posten, een kilometer ten noorden van benteng Kotaradja, aan de Atjeh Rivier. Vanuit hier werden patrouilles en gevechtseenheden uitgezonden. Weer iets noordelijker ligt de kampong Lampoelie, of, zoals op de meeste kaarten aangeduid: Lampoeloe of Lampoelau. Het op de aquarel afgebeelde monument heeft ongetwijfeld betrekking op de verliezen, geleden bij de inname van Lampoelie.
Op een kaart van Koetaradja uit 1891 ontdekken we de locatie. Het ‘grafmonument’ bevond zich aan de oever van de rivier, tussen de benteng en Lam Poelau.
Een derde vermelding vinden we in de Sumatra Post van 14 augustus 1923. Het betreft het verslag van een excursie van KNIL-officieren aan twee grafmonumenten in de buurt van Koetaradja:
Het eerst kwam aan de beurt het ‘monument opgericht ter nagedachtenis aan 10 gevallen krijgers ter gelegenheid van de verovering van de Meusigit in 1874’, gelegen ten Westen van de Kroeëng Atjeh in kampong Djawa. (…)
Daarna werd de tocht voortgezet naar het Peunajong-monument aan den Oostelijke oever der Atjehrivier (…). Ook hier gaf de majoor, staande op de plaats van het voormalige Peunajong Bivak, een korte uiteenzetting van het verloop van de expeditie en herdacht de roemrijke daden van het Indische leger, terwijl door de commandant der 3e compagnie eveneens aan de voet van dit monument een krans werd neergelegd.
Goed werk werd hier verricht door deze gedenktekens aan de vergetelheid te ontrukken; moge dit een opwekking zijn voor velen om eens op een vrije ochtend een tochtje te maken naar deze herinneringen aan de eerste moeilijke dagen van de vestiging van ons gezag op Atjeh.”
Van deze excursie, tenslotte, is nog een foto bekend, eveneens uit de collectie van het KITLV. Een vijftiental officieren poseert bij de opgeknapte herdenkingszuil. Verdere gegevens ontbreken. Aangenomen moet worden dat het monument tijdens de oorlogsjaren verloren is gegaan.
Bronnen
KITLV, Digital Image Library, 36D421 en 17853
Universiteit Leiden, kaarten KIT 542840/UL 05496 (1875) en KIT 542814/UL 05470 (1891)
Sumatra Post, 14 augustus 1923
https://www.wikiwand.com/nl/Johannes_Ludovicius_Jakobus_Hubertus_Pel



