“De oprichting van de H.B.S., de Cultuurschool en de Gemeentelijke Ambachtschool met Ambachtsleergang, waren voor een belangrijk deel te danken aan het initiatief en de vasthoudendheid van de plaatsvervangend burgemeester en wethouder G.J.Zuyderhoff. Deze in 1869 te Amsterdam geboren ex-koffieplanter had door de malaise in de jaren tachtig niet kunnen studeren en besloot in 1892 zijn geluk te beproeven in Indië. Daar was hij jarenlang bestuurslid van de Malangsche Landbouwvereeniging, waarbij hij zich onderscheidde door zijn grote vakkennis en publicaties in wetenschappelijke tijdschriften. Na zijn pensioen als administrateur van de koffieonderneming Soember Doeren bij Dampit maakte Zuyderhofff zich in de stad Malang verdienstelijk als gemeenteraadslid en als voorzitter, bestuurslid of initiator van verscheidene instellingen en activiteiten op het gebied van onderwijs, verenigingsleven en armenzorg. Als lid van de Volksraad, het parlement met beperkte bevoegdheden van Nederlands-Indië, pleitte ‘Swie’ Zuyderhoff in de jaren twintig bij het Gouvernement met grote vasthoudendheid voor de vestiging van een HBS in zijn woonplaats. In 1925 ging de regering gedeeltelijk door de knieën met de belofte tot instelling van een AMS (Algemene Middelbare School), twee jaar later kwam de toezegging voor de HBS en volgde tenslotte ook gouvernementssteun voor de oprichting van de genoemde beroepsopleidingen. Vooral de groei van de HBS was nauwelijks minder dan spectaculair; in 1935 telde de school al 573 leerlingen, van wie de helft van buiten de stad afkomstig was.”

Aldus een korte biografie van G.J. Zuyderhoff in ‘Malang, beeld van een stad’. Nog een andere levensloop:
Gerhard Joan Zuyderhoff werd op 13 oktober 1869 te Amsterdam geboren waar zijn vader bankier was en in de Vondelstraat een Assurantiekantoor dreef. Reeds op 16 jarige leeftijd slaagde Zuyderhoff voor het eindexamen H.B.S. Op 16 oktober 1886 werd hij geplaatst op de militaire cursus te Haarlem. Het militaire leven lag hem echter niet en hij verliet de cursus ook in 1888 met de rang van sergeant. Hierna werd hij werkzaam gesteld op de secretarie te Katwijk, teneinde zich voor burgemeester te bekwamen.
Tengevolge van een groot verlies, dat de zaak van zijn vader leed, was hij genoodzaakt voor zichzelf te zorgen en hij besloot naar Indië te gaan, waar hij in 1892 aankwam. Als employé begonnen op de onderneming Soember bij Modjokerto, werd hij na een jaar reeds bevorderd tot administrateur. Achtereenvolgens was hij als administrateur werkzaam op de ondernemingen Kali Padang en de landen van de H.V.A. Sonowangi, Soember Perkoel en de cassave-onderneming Bendoredjo. Van zijne grote kennis en inzicht werd partij getrokken door hem op inspectiereizen te zenden naar het Bantamsche, waar nieuwe concessies waren aangevraagd. Hierdoor werden vele besprekingen gevoerd op de Departementen en maakte Zuyderhoff kennis met het ambtelijke. Toen in 1911 de H.V.A. al haar bergondernemingen verkocht, kwam hij in dienst bij de Anglo-Java Rubber and Produce Company Limited, bij welke firma hij tot het einde van zijn plantersloopbaan in dienst bleef, als administrateur van Soember Doeren, welke onderneming eind 1924 werd gesloten. Toen besloot hij zich te Malang te vestigen en zich geheel te wijden aan het sociale werk, waarvoor hij steeds zoveel had gevoeld.
Zuyderhoff huwde in 1911 te Malang met Sara van de Riviëre (1886, Banjoewangi) en kreeg met haar twee kinderen, Sally Joanna (1913) en Joan Gerhard Louis (1915).
Zuyderhoff overleed op 7 september 1933. Hij kreeg een begrafenis van welhaast koninklijke allure:
“Gisteren is onder bijzonder grote belangstelling uit alle kringen de heer G.J. Zuyderhoff naar zijn laatste rustplaats op het kerkhof Soekoen gebracht. De gehelen vrijdag was in het sterfhuis, de Lavalette-Kliniek, waar de heer Zuyderhoff van zondag tot vrijdag vertoefd heeft, een schat van kransen en bloemstukken gebracht. Openbare zowel als particuliere lichamen-directies, en administrateurs der bergcultures, vrienden en bekenden, zij allen hadden aldus hunne warme gevoelens jegens den ontslapene vertolkt. Om half vijf namiddags werd de lijkkist uitgedragen naar de rouwauto, terwijl vele auto’s nodig bleken te zijn om de kransen en bloemen op te tasten. In de stoet reden meer dan 50 volgauto’s.”
Enkele weken na de begrafenis werd gesproken van een gedenkteken: “Er momenteel te Malang stemmen op, gelden in te zamelen voor het oprichten van een eenvoudig gedenkteken voor wijlen de heer G. J. Zuyderhoff. Men is bezig een comité te vormen, dat leiding aan de werkzaamheden zal geven. Men stelt zich voor, het monument te plaatsen vóór de H.B.S. – A.M.S., gelijk bekend, een van Zuyderhoff´s scheppingen. Wij achten dit een sympathiek idee, dat ongetwijfeld de bijval van alle stadgenoten hebben zal. Weinig burgers toch deden zoveel voor onze stad als hij.”
Ondanks een gepassioneerde oproep daartoe van burgemeester Lakeman, bleek de burgerij niet al te diep in de buidel te willen tasten. Vooral de gegoede Europeanen lieten het afweten. De minder vermogende Indo-Europeanen uit de kringen van Zuyderhoff´s I.E.V. daarentegen, gaven grif, evenals vertegenwoordigers uit de planterswereld. Het plan kon doorgaan.
Een grafmonument namens de gemeenteraad
Misschien naar aanleiding van voorziene problemen bij de financiering van het ‘publieke’ monument, besloot de gemeenteraad een eigen monument te schenken voor plaatsing op Zuyderhoff´s graf:
De Indische Courant van 13 januari 1934: “Zoals wij reeds meldden, besloot de Malangse gemeenteraad op het graf van wijlen den heer G. J. Zuyderhoff, wethouder van onze gemeente en een van onze meest verdienstelijke medeburgers, een eenvoudig, doch passend gedenkteken op te richten.
Aan verschillende leveranciers van grafmonumenten werd verzocht, projecten met prijsopgave hiervoor bij de gemeente Malang in te dienen. Het ontwerp van de firma „Carrara” te Soerabaia werd goedgekeurd en haar werd de uitvoering van het monument opgedragen.
Het geheel bestaat uit een aantal kuben en platen van het fraaiste Italiaanse marmer, die op elkaar gestapeld, een spits toelopende zuil vormen, welke rust op een basis van twee naar boven kleiner wordende marmeren blokken.
Het geheel zal aan het hoofdeinde der grafplaat worden opgesteld. Op het benedenste deel der vierkante zuil zal een inscriptie worden geplaatst, waarin Zuyderhoff’s verdiensten in korte woorden zullen worden gememoreerd.
Met de uitvoering van het werk werd reeds aangevangen; het zal echter nog enige maanden duren, eer het monument aan de gemeente zal kunnen worden afgeleverd.”
Het monument werd begin maart 1934 overgedragen aan de familie:
“Zondagmorgen had op het kerkhof alhier de plechtige overdracht van het monument, dat de gemeente op het graf van wijlen de heer G. J. Zuyderhoff had laten bouwen, aan mevrouw de weduwe Zuyderhoff plaats. Te 9 uur waren op het kerkhof aanwezig burgemeester Lakeman, de drie wethouders en nagenoeg alle leden van den gemeenteraad, enkele bestuursleden van de Malangse Landbouw Vereniging en meerdere andere vooraanstaande planters, dr. J. Gandrup, voorzitter van het Malangs proefstation voor de bergcultures en enkele leden van den wetenschappelijke staf van deze inrichting, de gemeente-secretaresse en enige andere hoger geplaatste gemeente-ambtenaren alsmede vele persoonlijke vrienden van den overledene.
Nadat allen zich rond het graf van de heer Zuyderhoff hadden opgesteld, nam burgemeester Lakeman het woord en memoreerde, hoe het juist een half jaar geleden was, dat wij op dezelfde plek stonden, om daar ons aller vriend Zuyderhoff ter ruste te leggen. Van hoeveel hoogachting en sympathie allen vervuld waren, daarvan getuigden de toen gesproken woorden.
Het leven stelt ons zijn eisen en wij mogen niet te lang stilstaan bij de feiten, die de tijd ons brengt. Maar toch is het goed, terug te zien op het vele, dat Zuyderhoff ons bracht. Hij stond bekend als een vurig, maar steeds eerlijk strijder voor het algemeen belang, doch voor het belang van Malang in het bijzonder.
Het was daarom, dat reeds dadelijk na zijn overlijden door den Malangse gemeenteraad het besluit genomen werd, de ontvallen vriend door een monument op zijn graf blijvend te huldigen.
‘Gij, mevrouw Zuyderhoff’, zo vervolgde spreker, ‘liet in het marmer de woorden griffen: “Liefde is sterker dan de dood”. Moge deze waarheid u immer sterken. De Malangse burgerij plaatste op het gedenkteken: “De stadsgemeente Malang, ter nagedachtenis aan een van Malang’s grote burgers.” Nadat mevrouw Zuyderhoff, die te zeer onder de indruk was om een woord te spreken, de burgemeester met een handdruk had gedankt, sprak mejuffrouw Zuyderhoff namens haar moeder een kort woord van dank tot de burgemeester, waarin zij zei, dat de nabestaanden van haar vader buitengewoon gevoelig waren voor het blijk van hoogachting, door de stadsgemeente gegeven en dat deze geste bij hen in dankbare herinnering zou worden bewaard.”

Monument namens de burgerij
Over het monument namens de burgerij en bedoeld voor de entree van de H.B.S.-A-M.S., werd korte tijd later gepubliceerd. Het zou bestaan uit een wit marmeren vierkante zuil met aan weerskanten daarvan wit marmeren bloembakken. Aan de voorzijde der zuil bovenaan het wapen van Malang in brons en daaronder een opschrift, eveneens in brons, ter herdenking van en blijvende hulde aan Zuyderhoff. “Juist door zijn soberheid en de plaats, waarop het gedenkteken zal komen te staan, zal het een blijvende herinnering zijn aan een van Malang’s beste burgers.”
Het Soerabaijasch Handelsblad, in juni 1934: “Aan de Java-Holland Maatschappij werd opdracht gegeven tot uitvoering van het monument, bekostigd uit de gehouden inzamelingen bij burgerij- en planterswereld. Het monument bestaat uit een marmeren zuil, geflankeerd door marmeren bloembakken. Op de zuil, die ruim 2 M. hoog zal worden, wordt het gemeentelijk wapen aangebracht en daaronder de incriptie: ‘Ter herinnering aan G. J. Zuyderhoff, aan wiens initiatief de oprichting dezer H.B.S.-A.M.S. was te danken.’ Het monument wordt geplaatst op het grasveld voor de H.B.S. aan de zijde van het Coenplein, ongeveer ter plaatse waar thans de vlaggenstok zich bevindt. Deze laatste wordt enigjzins meer achterwaarts gezet. Over 4 maand kan alles gereed zijn. Aan de regering werd reeds vergunning gevraagd tot de plaatsing, daar het grasveld gouvernementsbezit is. Zo zal op waardige wijze de nagedachtenis van onzen Zuyderhoff geëerd worden.”
Op 7 september 1934 was het dan eindelijk zo ver: “Tegen het uur van vijven op vrijdag jl. verzamelde zich een groot gezelschap voor het gebouw. Onder de aanwezigen bevonden zich ook mevrouw de weduwe Zuyderhoff met haar dochter en de heer J.M. Zuyderhoff, broer van de ontslapen grote burger van Malang. De directeur der H.B.S., de heer Esbach, was met enige leraren en leraressen verschenen, terwijl de planterswereld goed vertegenwoordigd was. Onder de planters en ex-planters noemen wij de heren Dam, Meister, Hoffman, Van Doorn, Luckey en Ledeboer. Een groot aantal leerlingen was eveneens present.
Burgemeester Lakeman sprak van de eerbied en hoogachting voor de ontslapene, die allen hier tezamen had gebracht. ‘Heden is het zijn sterfdag… laten wij een ogenblik hem in stilte herdenken…’, vervolgde spreker. Na een korte wijle hervatte hij zijne rede om te herinneren aan de treffende woorden, aan de geopende groeve gesproken. Het monument moest worden strak, gaaf en zuiver, zoals de figuur van Zuyderhoff is geweest. Het meest sprekend tot de harten der ouders was wel deze H.B.S.- A.M.S.
Op een teken van den burgemeester trok daarop de heer Haasman, directeur der N.V. Java-Holland, in wier afdeling beeldhouw-atelier en marmer-werkplaats dit gedenkteken tot stand was gekomen, de witte doek weg die tot dusverre het monument bedekt had, en daar toonde dit zijne strakke en fraaie lijnen aan de omstanders.”
x
Technische gegevens
Monument: Gedenkzuil ter ere van G.J.Zuyderhoff
Locatie: entree H.B.S., J.P. Coenplein, Malang
Onthulling: 1934
Opdrachtgever: particulier, initiatief van comité namens de burgerij van Malang.
Ontwerp: onbekend
Uitvoering: N.V. Java-Holland
Duur: Mogelijk werd de zuil vernietigd tijdens de oorlogsjaren. Van het monument zijn geen afbeeldingen bekend.
Bronnen
A.van Schaik, Malang, beeld van een stad. Purmerend, 1996
Malang. Stadsgemeente Malang. 14 april 1914-1934. Uitgave gemeente Malang.
Soerabaijasch Handelsblad, 9 september 1933, 23 september 1933, 12 februari 1934, 20 juni 1934
Indische Courant, 25 november 1933, 23 december 1933, 13 januari 1934, 12 maart 1934, 25 april 1934
Sumatra Post, 15 september 1934
x




